Hoe is de kilometervergoeding ontstaan en hoe werkt het eigenlijk?

De kilometervergoeding is een begrip dat voor veel werknemers en werkgevers een belangrijke rol speelt in de dagelijkse praktijk. Vooral voor mensen die hun eigen auto gebruiken voor werkgerelateerde ritten is deze vergoeding vaak een fijne financiële tegemoetkoming. Maar hoe is deze regeling eigenlijk ontstaan? En hoe wordt bepaald welk bedrag je per kilometer ontvangt? Door een kijkje te nemen in het ontstaan en de regels rondom de kilometervergoeding, wordt meteen duidelijk hoe deze regeling in Nederland vorm heeft gekregen.

 

Wat wordt er precies bedoeld met kilometervergoeding

Wie voor zijn werk met de eigen auto op pad gaat, maakt kosten. Denk aan brandstof, slijtage van de auto, verzekeringen en onderhoud. De kilometervergoeding is in het leven geroepen om deze kosten deels te compenseren. Werkgevers keren een bedrag per gereden kilometer uit aan hun medewerkers die de eigen auto gebruiken voor zakelijke ritten of woon-werkverkeer. Hiermee worden de gemaakte autokosten enigszins gecompenseerd.

 

Hoe de kilometervergoeding zijn oorsprong vond

Het systeem van kilometervergoedingen kent een lange geschiedenis. In de jaren vijftig van de vorige eeuw nam het autobezit onder werkenden steeds verder toe. Steeds meer werknemers gingen met hun eigen voertuig naar het werk of bezochten klanten. Werkgevers zagen dat de kosten van autorijden behoorlijk konden oplopen en besloten hier een vergoeding voor in te stellen. Door deze compensatie werden werknemers gestimuleerd hun eigen auto beschikbaar te stellen voor werk, zonder dat zij hier financieel nadeel van ondervonden. Tegelijkertijd vormde het een manier om mobiliteit en bereikbaarheid te verbeteren, zonder dat bedrijven zelf een wagenpark hoefden te onderhouden.

 

Welke gedachte schuilt er achter het beleid

De basis achter het beleid is vrij eenvoudig. Werknemers maken kosten als ze hun auto inzetten voor werk, en het is redelijk dat zij daarvoor gecompenseerd worden. De vergoeding is bedoeld als kostendekking en niet zozeer als extra inkomen. Daarom wordt bij het vaststellen van de vergoedingen gekeken naar wat iemand gemiddeld kwijt is aan het rijden van een kilometer. Zaken als brandstof, onderhoud, reparaties, verzekering en afschrijving worden hierin meegenomen.

 

Hoe het tarief en de berekening worden vastgesteld

Jaarlijks bepaalt de overheid welk bedrag per kilometer belastingvrij mag worden uitgekeerd. Dit tarief houdt rekening met de gemiddelde kosten van autorijden. Werkgevers zijn overigens vrij om een hoger bedrag per kilometer te vergoeden, alleen geldt voor het deel boven het fiscale maximum dat het wel belast wordt als inkomen. In de praktijk wordt meestal het belastingvrije maximum gehanteerd. De uitbetaling vindt plaats op basis van het aantal gereden kilometers. Dit wordt vaak bijgehouden met een kilometerregistratie.

 

Wat er geldt bij zakelijk gebruik van de privéauto

Wie zijn eigen auto gebruikt voor zakelijke ritten buiten het woon-werkverkeer om, kan daar een vergoeding voor krijgen. Deze kilometers worden apart bijgehouden en vergoed tegen het geldende tarief. Denk bijvoorbeeld aan bezoeken aan klanten, vergaderingen op externe locaties of zakelijke afspraken elders in het land. De werkgever vergoedt deze kilometers meestal volledig, zolang ze goed geregistreerd zijn.

 

Hoe woon-werkverkeer wordt vergoed

Voor de dagelijkse reis van huis naar werk gelden vaak weer net andere regels. Hier wordt meestal uitgegaan van een vaste afstand en een standaard vergoeding per kilometer. Deze vergoeding kan variëren afhankelijk van het beleid van de werkgever. In veel cao’s of arbeidsvoorwaardenpakketten staat exact opgenomen wat iemand mag ontvangen voor woon-werkverkeer. Soms is dit een volledige vergoeding, in andere gevallen wordt er een maximum gehanteerd.

 

Wat de belastingdienst zegt over kilometervergoedingen

De fiscus beschouwt de kilometervergoeding in principe als een vergoeding van gemaakte kosten. Tot het jaarlijks vastgestelde maximum blijft de vergoeding onbelast. Zodra er meer wordt vergoed dan het belastingvrije maximum, wordt het meerdere gezien als loon en valt het onder de loonheffing. Werknemers hoeven het belastingvrije deel niet op te geven in hun aangifte, maar werkgevers houden de regels nauwlettend in de gaten om naheffingen te voorkomen.

 

Hoe elektrische auto’s in het beleid worden meegenomen

Met de opkomst van elektrisch rijden zijn er ook nieuwe discussies ontstaan over de hoogte van de kilometervergoeding. Aangezien elektrische auto’s goedkoper zijn in gebruik doordat de brandstofkosten lager liggen, wordt soms gesproken over een aangepast vergoedingsbedrag. Toch wordt ook bij elektrische auto’s vaak het standaardtarief aangehouden, zodat werknemers niet benadeeld worden in hun keuze voor een duurzamer alternatief. Werkgevers kunnen zo het gebruik van schonere voertuigen stimuleren zonder ingewikkelde berekeningen.

 

Wat de voordelen en nadelen zijn van deze regeling

De kilometervergoeding zorgt ervoor dat werknemers niet opdraaien voor de kosten van zakelijk gebruik van hun eigen auto. Tegelijkertijd kan het systeem ook leiden tot meer autogebruik, extra files en hogere CO₂-uitstoot. Zeker nu duurzaamheid steeds belangrijker wordt, zoeken veel organisaties naar een evenwicht tussen het vergoeden van kosten en het terugdringen van onnodig autogebruik.

 

Hoe werkgevers het beleid kunnen verbeteren

Werkgevers kunnen verschillende maatregelen treffen om hun kilometervergoedingsregeling slimmer in te richten. Denk aan het stimuleren van carpoolen, het aanbieden van ov-vergoedingen of het belonen van medewerkers die kiezen voor de fiets of elektrische voertuigen. Zo wordt niet alleen het kostenplaatje beheersbaar gehouden, maar dragen werkgevers ook bij aan duurzamere mobiliteit.